Nestelen – informatie

Bijen en hommels hebben allemaal een nestelruimte nodig. Niet alleen om hun larven in op te laten groeien, maar ook om zelf in te overleven in de winter. Om te voorkomen dat de bijen veel energie meteen weer kwijt raken door lange afstanden te moeten afleggen, is het raadzaam om nestelgelegenheden aan te bieden op korte afstand van de bloemen, waar de bijen hun nectar en stuifmeel verzamelen.

Soorten nestelplaatsen

Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende nesten.

Bodemnesten
Zandbijen en groefbijen houden van een zanderige bodem. Deze bijen en nog vele andere soorten graven zelf een nest in de grond.  De ingang is vaak te herkennen aan het hoopje grond er omheen. Bij bijen (en ook bij graafwespen) is deze grond meestal enigszins ‘klonterig’, een verschil met de meer fijnkorrelige hoopjes die de ingangen van mierennesten markeren. Van de circa 360 Nederlandse bijensoorten nestelen er zo’n 250 in de grond! De vrouwtjesbijen graven deze nesten meestal zelf (behalve in het geval van koekoeksbijen). Nadat het nest is afgesloten en het hoopje grond is verdwenen, is er van een bijennest in de bodem van buiten vaak niets meer te zien. Toch kunnen er op geschikte plekken tientallen of zelfs honderden nesten bijeen in de grond zitten. In het voorjaar graven de jonge bijen zich weer een weg naar buiten en zie je weer gaatjes en hoopjes ontstaan.

Hout- en stengelnesten
Er zijn ook veel bijensoorten die nestelen in dood hout en holle plantenstengels. Je kan hiervoor in je tuin gesnoeid hout op een hoop gooien en deze laten liggen voor de bijen, zodat ze zich hierin kunnen nestelen. De hoop hout moet hiervoor wel in de zon liggen. Afgezaagde bomen zijn ook heel goed. Kevers maken hier supergladde gangen in, die de bijen dan weer kunnen gebruiken om in te nestelen. Ook als je zelf een bijenhotelletje maakt voor de mestelbijen, zorg dan voor hele gladde gaten van verschillende diameter.  Voor het ‘dichtmetselen’ van de nestelgang is het prettig als er zand/klei/leem in de buurt is, met water.  Voor de zgn. behangersbijen, moet er liefst wel mooi groen blad in de buurt zijn, omdat zij hun nest bekleden met stukjes blad.

Overige nesten
Niet alle bijen laten zich makkelijk in de hokjes ‘bodemnestelaar’ of ‘hout- en stengelnestelaar’ stoppen. Enkele bijensoorten kiezen bijzondere plekken uit om te nestelen, zoals lege slakkenhuisjes. De kleine harsbij bouwt een soort omgekeerde flesjes van een mengsel van hars en plantenvezels, geplakt aan de schors van een boom. Grote wolbijen bouwen wollige nesten in muurspleten en andere holten. Sommige hommels nestelen in lege muizenholen of boomholten, terwijl andere hommels hun nest onder moskussentjes bouwen. Je kunt voor hommels ook een hommelkast neerzetten met bijvoorbeeld wat mos erin.