Op en rond het erf kun je op verschillende manieren wat doen om voor wilde bijen extra nestelgelegenheid te creëren. Hieronder noemen wij enkele voorbeelden waarvan je gebruik kunt maken. Voor meer inspiratie en informatie kun je ook voorbeelden bekijken bij Zelf aan de slag – Kennis of in Hoofdstuk 6 Nesthulp van het boek Gasten van Bijenhotels van Pieter van Breugel.
Boor gaatjes van 3 tot 8 mm in een paar blokken hout of stukjes tak en knip stokjes van droge bamboestengels of riet. Plaats ze bij elkaar in je bijenhotel en hang of zet het op je erf. Bijvoorbeeld aan een fruitboom in de tuin, aan de stal of op een paal bij de bloemenweide. De bijen leggen eitjes en nectar in de gangetjes. De larven komen uit de eitjes en eten de nectar op. De volwassen bijen komen, meestal na een jaar, naar buiten wanneer de bloemen bloeien, die zij nodig hebben. Tips voor het plaatsen van het bijenhotel op de juiste plek:
Open bodemplekken zijn heel belangrijk, aangezien ruim 75% van de bijen in de grond nestelt. Je kunt voor bijen bijvoorbeeld apart een zandheuvel aanbieden. Liefst op een zonnige plek, want bijen houden van warmte. Zorg wel dat die op termijn niet overwoekerd wordt door planten.
Maar ook gewoon een open stuk bodem in een rommelhoekje is zeer welkom. Of maak een stukje van 1m2 kaal in een hoek van de tuin. Zorg wel dat de grond niet te nat of juist te droog wordt, want dat maakt het graven moeilijk.
Enkele bijensoorten knagen graag hun eigen nestgang uit in dood hout, maar de meeste soorten maken gebruik van gangen die door kevers zijn geknaagd. Mooie gladde gangen, want ze moeten er achteruit weer uit en rafelige randen geeft beschadigde vleugels. Als je snoeit of bomen afzaagt, ruim dan niet alles op, maar laat het liggen op een stapel en verder rotten. Dit geldt ook voor (half)dode bomen, laat een stam van ca. 1,5m staan.
Van bloemen en planten laat je het liefst ook dode stengels staan. Bijen zijn bijvoorbeeld dol op dode bramenstengels. Dus ruim niet alles meteen op als het is uitgebloeid.