Voedsel – Wat is belangrijk?

  • Zorg voor variatie in soorten, zodat je voor verschillende soorten bijen wat te bieden hebt.
  • Zorg ook dat er het hele jaar door iets in bloei staat (bloeiboog). Bijen en hommels zijn van de vroege lente tot de late herfst actief. Door te zorgen dat er altijd iets in bloei staat, zorg je jaarrond voor voedsel.
  • Snoei- en maaibeheer is erg belangrijk. Snoei en/of maai niet alles in één keer, maar werk gefaseerd, zodat er altijd voedsel is voor de bijen en gelegenheid om te nestelen. Wilgen en lindes kun je bijvoorbeeld goed om en om knotten. Snoei bij voorkeur in het voorjaar. Bijen nestelen en overwinteren namelijk in uitgebloeide/holle (bloem)stengels. Kijk hier voor meer tips omtrent maaien.
  • Zaai niet alleen eenjarige bloemen in, maar kies ook meerjarige soorten en laat wilde planten die van nature voorkomen staan. Eenjarige bloemen leveren voornamelijk nectar, maar minder stuifmeel. Wilde planten zijn het aantrekkelijkst voor wilde bijen. Als je de ruimte en mogelijkheid hebt, kijk dan eens welke soorten opkomen met een ander maaibeheer.
  • Kies voor inheemse soorten beplanting, daar hebben de wilde bijen en hommels in Nederland het meeste aan.

WELKE SOORTEN BOMEN EN PLANTEN ZIJN GESCHIKT?

Er zijn veel verschillende soorten bomen en planten die geschikt zijn voor de wilde bijen. Hieronder geven we een aantal voorbeelden van geschikte soorten. Of kijk bij de documenten in de rubriek Zelf aan de slag / Kennis. Als je nog uitgebreidere informatie wilt, kijk dan op bestuivers/bijen en bloemen.

Heesters en struiken

Bomen en struiken zijn belangrijke voedselbronnen voor wilde bijen. Voor verschillende bijen is de wilg bijvoorbeeld de eerste bron van voedsel is in het voorjaar. Andere aantrekkelijke soorten voor bijen zijn bramen, meidoorn, sleedoorn, sporkehout, lindes, (vogel)kers, lijsterbes en liguster. In deze toolkaart vind je een overzicht van geschikte heesters.

Vaste planten en bloemen

Er zijn veel vaste planten die geschikt zijn voor wilde bijen en hommels, denk aan de klokjesbloem, lavendel, salvia, salie, lupine, beemdkroon, nieskruid, slangenkruid, vingerhoedskruid, zonnehoed, duizendknoop, herfstaster en klimop. Sommige soorten, zoals nieskruid, geven al vroeg in het voorjaar voedsel. Andere soorten, bijvoorbeeld de herfstaster en klimop, zijn juist geschikt voor voedsel in het najaar. In deze toolkaart vind je meer geschikte vaste planten en hun bloeitijd. Bloemen voor in de tuin, zoals sommige rozen en dahlia’s, zijn vaak voor de sier gekweekt. Hierdoor zijn minder geschikt geworden voor wilde bijen, doordat de bijen niet of slecht bij het stuifmeel kunnen. Let bij aankoop goed op of vraag specifiek naar geschikte soorten voor bijen. Bloeiende kruiden zijn ook hele geschikte planten voor bijen: bieslook, tijm, rozemarijn en marjolein. Wil je weten welke eetbare planten nog meer goed zijn voor bijen? In dit artikel in Tuin&Land gaat de Bijenhelpdesk in op welke eetbare planten ook voedzaam zijn voor bijen. Bloeiende bolgewassen zoals krokus, sierui, bostulp en wilde kievietsbloem zijn heel geschikt voor wilde bijen. In dit artikel van Groei&Bloei vind je meer informatie over verschillende bloembollen en bijen.

Bloemenranden, wilde bloemen en/of onkruid

Wilde bloemen die van nature voorkomen in een gebied zijn het heel aantrekkelijk voor bijen. Wist je dat de paardenbloem de meest bevlogen bloem is door bijen? Denk verder aan gewone rolklaver, akkerdistel, wilde peen, duizendblad, rode en witte klaver, pastinaak, biggenkruid, hondsdraf, ereprijs, boterbloemen, dovenetel… Vaak zijn dit planten die wij als onkruid aanmerken. Tijd voor omdenken dus. Laat deze planten gerust staan, bijvoorbeeld op overhoekjes op het erf.

Misschien heb je in de berm, langs de oprit of langs de stallen mogelijkheid om een rand in te zaaien. Kies dan voor inheemse soorten en een niet te smalle strook. In de toolkaart Bloeiende randen vind je meer informatie over bloemenranden, welke soorten te kiezen en aandachtspunten. Voor het aanleggen en onderhouden van een bloemenrand kun je deze handleiding raadplegen. In plaats van inzaaien met mengsels kun je er ook voor kiezen om de strook anders te gaan beheren. Kijk bijvoorbeeld eens welke soorten er tot bloei komt in de berm of een hoek van het grasveld, als je minder maait. De boterbloem, klavers of boerenwormkruid zijn soorten die van oudsher vaak gewoon aanwezig zijn en heel nuttig voor wilde bestuivers, mits ze tot bloei komen.

Welke bomen en planten geschikt zijn en hoe je ervoor zorgt dat er altijd iets bloeit op je erf kan nog een hele puzzel zijn. Gelukkig zijn daar hulpmiddelen bij:

  • Op de bloeikalender kun je per maand zien welke planten bloeien en welke bijen deze plant of boom aantrekt.
  • De database van Nederland Zoemt geeft veel verschillende planten weer, waarbij je kunt selecteren op bloeimaand, geschiktheid voor wilde bijen, hommels of honingbijen, kleur etc.
  • De drachtkalender is een calculator, bedoeld voor agrariërs, waarmee je inzichtelijk kunt maken per biotoop (bijv. erf, weiland, bermen, boomgaard) wat er voorkomt aan nectar en stuifmeel voor bijen. Dit kan zijn wat er daadwerkelijk voorkomt, maar je kunt de calculator ook fictief invullen. Zo kun je de calculator dus ook gebruiken om plannen voor aanplant in te vullen, om zo te zien wat dat doet voor de stuifmeel- en nectarvoorziening door het jaar heen. De calculator is in eerste instantie gericht op honingbijen, maar kan ook gebruikt worden voor wilde bijen.
  • Het hoofdstuk ‘Een voedselrijke omgeving’ uit het boek Gasten van Bijenhotels door Pieter van Breugel geeft allerlei voorbeelden van planten die aantrekkelijk zijn voor bijen.
  • Via www.drachtplanten.nl vind je een zeer uitgebreide database aan inheemse bijenplanten.